Kao Sok, Chiang Mai, Sukhotai, Bangkok, Khao Yai

Thailand, Kao Sok

Onze tocht ging verder richting Kao Sok. We boekten een verblijf in ‘Monkey mansion’, waar we in hutjes aan de rand van de jungle sliepen. We hadden een tweedaagse tocht in de jungle voor de boeg, maar hebben dit aan ons voorbij moeten laten gaan wegens ziekte. Het natte en koudere weer had zijn sporen op ons nagelaten. In plaats daarvan, kozen we voor twee iets minder intensieve uitstappen.

Als eerste bezochten we een olifantenverblijf. We hebben lang nagedacht of we dit wel wilden doen, omdat we niet willen dat olifanten in gevangenschap worden gehouden en mishandeld worden. We konden met al onze vragen hierover terecht bij de eigenaar van Monkey mansion, een heel lieve Duitse man die ons met raad en daad bijstond. Hij vertelde over het feit dat olifantentourisme nu eenmaal bestaat in Thailand, en dat er een harde en zachte versie is. De harde versie is het rijden op olifanten met een stoeltje op hun rug, de zachte versie is het voederen en wassen van de olifanten. Volgens hem is het een optie om aan de tonen aan de instandhouders van olifantentourisme, dat ze beter hun geld kunnen verdienen met zacht dan hard toerisme.

Het was alleszins een unieke ervaring. Met een klein hartje gingen we samen met de olifant ‘in bad’. Toch hadden we achteraf een dubbel gevoel over onze dag.

De dag nadien dezen we een kajaktoer met een privé-peddelaar. Ook dit was een unieke ervaring. We konden veel meer dieren spotten omdat onze gids alle plekjes wist te vinden. We zagen slangen, aapjes, vissen, insecten…

Ondanks dat we ons tijdens Kao Sok niet optimaal voelden en het maar bleef regenen, hebben we toch twee mooie dagen gehad. Het originele plan was om van zuid-Thailand naar noord-Thailand te reizen, maar omdat de tropische regen met bakken uit de lucht bleef vallen, hebben we impulsief beslist om de andere dag naar het noorden te vliegen.

Thailand, Chiang Mai

Chiang Mai, waar te beginnen… Deze stad is zo mooi dat we er gemakkelijk enkele bladzijden kunnen over schrijven, maar we proberen het kort te houden.

We hadden voor de eerste twee nachten een ‘fancy’ hotel geboekt, om te bekomen van onze loomheid en vochtige hutjes uit Kao Sok. Pootje baden in een prachtig zwembad met een vruchtensapje in de hand, deed meer dan deugd. ’s Avonds gingen we gezellig eten in een van de vele food Markets, waar altijd een bandje optrad.

Om de kerk in het midden te kunnen houden, brachten we de andere nachten in Chiang Mai door in een ander, minder duur hotel.

De uitstappen die we konden doen rond de stad, waren eindeloos. We hebben er dan ook enkele moeten kiezen. De eerste dag ging Evert-Jan tempels bezoeken en een praatje slaan met enkele monniken, terwijl ik met de typische Tuk Tuk naar een insectenmuseum werd gebracht. Het was een van onze eerste uitstapjes die we apart deden, wat na alle tijd die we samen hebben ook eens kan.

De volgende dagen brachten we door met het verkennen van de stad, en op de scooter. We deden verschillende tochten met de scooter door de bergen van Chiang Mai. Op een dag reden we 100 kilometer. De uitzichten waren adembenemend mooi, en de ervaring van de scooter gaf ons een gevoel van vrijheid.  

Onze mooiste uitstap, was er opnieuw eentje met olifanten. We boekten een daguitstap met een organisatie die in onze ogen het beste omging met de olifanten. De drie olifanten die daar verbleven, waren gered uit de handen van mishandelaars. De beesten konden daarom niet meer in het wild overleven, en werden onder de vleugels genomen van de organisatie ‘Into the wild’.

We merken onmiddellijk de sterke en liefdevolle band die de olifanten hadden met hun begeleiders. Met de groep, inclusief de twee vrouwelijke olifanten en het baby olifantje, maakten we een wandeling door de jungle. Hier en daar stopten de beesten om hun maag te vullen (op een dag eten ze wel 150 – 200 kilo).

Nadat ook wij onze magen gevuld hadden met een heerlijk huisbereid Thaïs gerecht, namen we een modderbad met de olifanten. Daarna konden we met z’n allen de modder van ons afwrijven in de rivier.

Normaal gezien zouden we na Chiang Mai nog een aantal andere plaatsen in het noorden bezoeken, maar omdat we steeds maar meer nachten hebben bijgeboekt in Chiang Mai, hebben we enkele bestemmingen moeten laten vallen. Toch was het zeker de moeite waard.

Thailand, Sukhotai

Onze volgende stop was Sukhothai, een historische stad vol prachtige tempels uit de 13e en 14e eeuw die op de UNESCO werelderfgoed lijst staat. In Chiang Mai hadden we een Italiaan ontmoet die een pastabar uitbaatte, hij had een eigenaar van een guesthouse in Sukhotai te vriend. Het guesthouse was enorm mooi en had een prachtig zwembad, bovendien hadden we een flinke korting gekregen doordat we vrienden waren van de Italiaan. Naast de guesthouse woonde er een Vlaming die gegidste fietstochten aanbood doorheen de historische stad. De volgende dag zijn we met zijn vrouw de hele dag op tocht geweest doorheen het platteland op weg naar de tempels. Onderweg hebben we het echte Thailand gezien: we hebben gestopt bij een man die rijst aan het bewerken was, een meubelmakerij, een herder die met de koeien door de straten aan het wandelen was, mannen die klaar zaten om te beginnen met hanengevechten, oude vrouwtjes die net een pauze aan het nemen waren van op de rijstvelden te werken en de hele tijd aan onze blanke huid aan het voelen waren en bij eetstalletjes aan de weg. Doordat de gids zelf Thais was, konden we toch een beetje communiceren met de mensen die we tegenkwamen en doordat ze de vrouw was van een Vlaming konden we heel wat te weten komen over de verschillen tussen de culturen.

Thailand, Bangkok

De volgende dag namen we een bus om al zeven uur later aan te komen in Bangkok. In Bangkok werden we meteen geconfronteerd met een andere realiteit dan het anders zo vriendelijke en eerlijke Thaise volk. Al na de eerste taxirit bleek dat we veel te veel hadden betaald, heel ons verblijf bleef het uitkijken voor mensen die ons probeerden op te lichten. Iemand deed zichzelf voor als politieagent om ons naar een winkel te lokken waar ze valse juwelen probeerden te verkopen.

We bleven gedurende ons eerste verblijf in Bangkok ontgoocheld, vooral door de mensen die veel minder vriendelijk zijn, de vele oplichters en de toeristen die enkel oog lijken te hebben voor het nachtleven.

De laatste dag in Bangkok hebben we een daguitstap gemaakt naar Talad Rom-Hoob, een marktje op de treinsporen. Wanneer de trein passeert worden alle kraampjes snel langs de kant geschoven en passeert de trein op tien centimeter afstand, daarna gaat alles weer zijn gewone gang. Verder gingen we naar de floating market. Een heel gezellig marktje langs de rivier waar veel verkopers op een bootje hun ‘foods en goods’ verkopen. S’avonds hebben met een bootje gezocht naar vuurvliegjes die met honderden samen in de bomen langs de rivier zaten en licht gaven in het donker: van een kerstsfeer gesproken.

Thailand, Khao Yai

De dag nadien zijn we vanuit Bangkok vertrokken naar Pak Chong, om de volgende dag het tweede grootste nationaal park van Thailand te bezichtigen: Khao Yai. Khao Yai staat bekend voor de vele dieren die er nog in het wild leven, dat hoopten we dan ook te zien.

Vroeg in de ochtend vertrokken we samen met enkele andere koppels en een gids naar het park. Eerst reden we rond met de Jeep en zochten ondertussen naar dieren. We zagen slangen, gibbons (mensapen), reuze eekhorens, wilde herten, schildpadden en vooral veel makaken (apen) die samentroepten op de baan. Daarna gingen we voor enkele uren hiken in de jungle, gewapend met muggenspray en anti-bloedzuiger-sokken . We zagen prachtige watervallen, waaronder deze die gebruikt werd in de film ‘the beach’. Verder zagen we nog wat slangen, een wilde krokodil, een neushoornvogel in de verte en hebben we lunch gegeten tussen honderden vlinders.

Naarmate de dag ten einde liep, minderde de hoop om nog een wilde olifant te kunnen zien. We dropten een van de koppels af op de campsite en toen we daarna naar de uitgang van het park reden, liep er plots een jong olifantenmannetje op straat. Hij leek zich niets van ons aan te trekken en vanop een veilige afstand konden we hem blijven bewonderen voor meer dan vijf minuten. Na al een aantal keer olifanten gezien te hebben in gevangenschap, was dit toch veruit het hoogtepunt van onze olifantenontmoetingen. Na een perfecte dag te hebben gehad, aten we s’avonds in de guesthouse nog een heerlijke curry en keerden we de volgende dag terug naar Bangkok.